Van beleid naar uitvoering
Het derde instrument van de Omgevingswet is het Omgevingsplan. Het is de opvolger van wat we nu kennen als bestemmingsplannen, beheers- en gemeentelijke verordeningen. Het omgevingsplan bestaat uit alle regels over de leefomgeving die de gemeente stelt. Regels die bindend zijn voor inwoners, ondernemers en initiatiefnemers. Het omgevingsplan geeft invulling aan de maatschappelijke opgaven uit de gemeentelijke omgevingsvisie, binnen de kaders van de Omgevingswet. Het Omgevingsplan zorgt voor balans tussen de functies van locaties in een gebied en stelt regels aan activiteiten.
Omgevingsvergunning
De laatste stap in de beleidscyclus is de omgevingsvergunning. Als die is verleend, kunnen plannen voor de leefomgeving uitgevoerd worden. Nu bepaalt de Rijksoverheid voor welke activiteiten een vergunningsplicht geldt. De nieuwe Omgevingswet geeft de gemeente op dit gebied meer ruimte voor eigen afwegingen.
Omgevingsplan
In het Omgevingsprogramma worden ambities en ruimtelijke keuzes uit de omgevingsvisie vertaald in concrete doelen. Een programma bevat maatregelen voor bescherming, beheer, gebruik en ontwikkeling van de leefomgeving. Ook geven ze aan welke middelen nodig zijn om het doel te behalen.
Programma’s zijn gebiedsgericht en/of thematisch en kunnen ook gebundeld worden als dat voordelen biedt. Het werken met programma’s is niet nieuw. Deze werkwijze passen we bijvoorbeeld al toe in de uitvoeringsprogramma’s. Kenmerkend hiervoor is dat we meerdere jaren samen met inwoners en partners werken aan opgaven die samenkomen op een thema of gebied. Bij het opstellen van een programma heeft de gemeente de regie. Op basis van de omgevingsvisie gaan we voor de volgende gebieden en thema’s programma’s maken:
- Actieplan Geluid
- Programma Schone Lucht
- Programma Woningsplitsingen
- Programma Klimaatadaptatie
- Programma Warmtetransitie
- Programma Verduurzamen van gebouwen
- Programma Sport en Bewegen
Deze programma’s stellen we binnen drie jaar na vaststelling van de omgevingsvisie op of passen we aan tot programma’s die vallen onder de Omgevingswet. Elk programma wordt regelmatig gemonitord om te bepalen of de doelen op tijd worden gehaald. Naast deze programma’s houden we het bestaande beleid tegen het licht om te kijken of het als programma onder de omgevingsvisie past. Bestaande beleidsvisies en -stukken blijven voorlopig van kracht.
Omgevingsprogramma
De wereld staat niet stil. Maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Dat maakt het uitdagend om ruimtelijk beleid voor de lange termijn te ontwikkelen. De gemeente ziet deze omgevingsvisie dan ook als een levend document dat we aanpassen als ontwikkelingen of omstandigheden daarom vragen. Dit gebeurt in samenspraak met de samenleving en na vaststelling door de gemeenteraad. Monitoring en evaluatie houden ons hierin scherp.
De omgevingsvisie is het fundament van de nieuwe Omgevingswet. Nadat de omgevingsvisie is vastgesteld door de gemeenteraad, kan de volgende stap in de beleidscyclus worden gezet. Naast de omgevingsvisie heeft de Omgevingswet drie andere beleidsinstrumenten: Programma, Omgevingsplan en Omgevingsvergunning. Samen zijn zij de logische cyclus van beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, uitvoering en terugkoppeling.
Met de Omgevingsvisie hebben we samen een koers uitgezet. We dagen ons zelf als gemeente, inwoners en partners uit deze uit te voeren. Er liggen kansen, opgaven en uitdagingen die we samen aan moeten gaan om het Waalre zoals we dat voor 2040 voor ogen hebben te bereiken.
Onze basishouding is dat wij inwoners, ondernemers en organisaties ruimte willen geven om initiatief te tonen en verantwoordelijkheid te nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente. Onze rol als gemeente is vooral het mogelijk maken van samenwerking die zich richt op het oplossen van maatschappelijke problemen. Soms is die faciliterende rol niet voldoende en nemen we meer regie.
Uitvoering
Uitvoering
Van beleid naar uitvoering
De wereld staat niet stil. Maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Dat maakt het uitdagend om ruimtelijk beleid voor de lange termijn te ontwikkelen. De gemeente ziet deze omgevingsvisie dan ook als een levend document dat we aanpassen als ontwikkelingen of omstandigheden daarom vragen. Dit gebeurt in samenspraak met de samenleving en na vaststelling door de gemeenteraad. Monitoring en evaluatie houden ons hierin scherp.
De omgevingsvisie is het fundament van de nieuwe Omgevingswet. Nadat de omgevingsvisie is vastgesteld door de gemeenteraad, kan de volgende stap in de beleidscyclus worden gezet. Naast de omgevingsvisie heeft de Omgevingswet drie andere beleidsinstrumenten: Programma, Omgevingsplan en Omgevingsvergunning. Samen zijn zij de logische cyclus van beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, uitvoering en terugkoppeling.
Met de Omgevingsvisie hebben we samen een koers uitgezet. We dagen ons zelf als gemeente, inwoners en partners uit deze uit te voeren. Er liggen kansen, opgaven en uitdagingen die we samen aan moeten gaan om het Waalre zoals we dat voor 2040 voor ogen hebben te bereiken.
Onze basishouding is dat wij inwoners, ondernemers en organisaties ruimte willen geven om initiatief te tonen en verantwoordelijkheid te nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente. Onze rol als gemeente is vooral het mogelijk maken van samenwerking die zich richt op het oplossen van maatschappelijke problemen. Soms is die faciliterende rol niet voldoende en nemen we meer regie.
Omgevingsprogramma
In het Omgevingsprogramma worden ambities en ruimtelijke keuzes uit de omgevingsvisie vertaald in concrete doelen. Een programma bevat maatregelen voor bescherming, beheer, gebruik en ontwikkeling van de leefomgeving. Ook geven ze aan welke middelen nodig zijn om het doel te behalen.
Programma’s zijn gebiedsgericht en/of thematisch en kunnen ook gebundeld worden als dat voordelen biedt. Het werken met programma’s is niet nieuw. Deze werkwijze passen we bijvoorbeeld al toe in de uitvoeringsprogramma’s. Kenmerkend hiervoor is dat we meerdere jaren samen met inwoners en partners werken aan opgaven die samenkomen op een thema of gebied. Bij het opstellen van een programma heeft de gemeente de regie. Op basis van de omgevingsvisie gaan we voor de volgende gebieden en thema’s programma’s maken:
- Actieplan Geluid
- Programma Schone Lucht
- Programma Woningsplitsingen
- Programma Klimaatadaptatie
- Programma Warmtetransitie
- Programma Verduurzamen van gebouwen
- Programma Sport en Bewegen
Deze programma’s stellen we binnen drie jaar na vaststelling van de omgevingsvisie op of passen we aan tot programma’s die vallen onder de Omgevingswet. Elk programma wordt regelmatig gemonitord om te bepalen of de doelen op tijd worden gehaald. Naast deze programma’s houden we het bestaande beleid tegen het licht om te kijken of het als programma onder de omgevingsvisie past. Bestaande beleidsvisies en -stukken blijven voorlopig van kracht.
Omgevingsplan
Het derde instrument van de Omgevingswet is het Omgevingsplan. Het is de opvolger van wat we nu kennen als bestemmingsplannen, beheers- en gemeentelijke verordeningen. Het omgevingsplan bestaat uit alle regels over de leefomgeving die de gemeente stelt. Regels die bindend zijn voor inwoners, ondernemers en initiatiefnemers. Het omgevingsplan geeft invulling aan de maatschappelijke opgaven uit de gemeentelijke omgevingsvisie, binnen de kaders van de Omgevingswet. Het Omgevingsplan zorgt voor balans tussen de functies van locaties in een gebied en stelt regels aan activiteiten.
Omgevingsvergunning
De laatste stap in de beleidscyclus is de omgevingsvergunning. Als die is verleend, kunnen plannen voor de leefomgeving uitgevoerd worden. Nu bepaalt de Rijksoverheid voor welke activiteiten een vergunningsplicht geldt. De nieuwe Omgevingswet geeft de gemeente op dit gebied meer ruimte voor eigen afwegingen.